vonkenboer
- Geluid: vonkenboer (hulp, bestand)
- von·ken·boer
- samenstelling van vonk en boer met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vonkenboer | vonkenboeren |
verkleinwoord | vonkenboertje | vonkenboertjes |
de vonkenboer m
- (scheepvaart), (verouderd) (beroep) oude bijnaam voor een radiotelegrafist
- De vonkenboer heeft zijn bijnaam te danken aan z'n werk met de antieke "vonkenzenders.".
- bericht, contact, communicatie, marconist, noodsignaal, radiohut, radio-officier, radiotelegrafist, radiozender, telegrafie, telegram, weerbericht
- Het woord 'vonkenboer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.