radiohut
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·dio·hut
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van radio zn en hut zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radiohut | radiohutten |
verkleinwoord | radiohutje | radiohutjes |
Zelfstandig naamwoord
- kleine ruimte van waaruit met de radiocommunicatie of radiotelegrafie verzorgt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord radiohut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.