radiokamer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: radiokamer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ra·dio·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van radio zn en kamer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radiokamer | radiokamers |
verkleinwoord | radiokamertje | radiokamertjes |
Zelfstandig naamwoord
- vertrek van waaruit de radiocommunicatie of radiotelegrafie wordt verzorgd
- ▸ Trainer Ton du Chatinier ontweek na afloop de vraag of hij het 'herrie-experiment' geslaagd vond. "Om eerlijk te zijn dacht ik dat ze in de radiokamer gewoon vergeten waren de speakers uit te zetten. Het leek wel alsof we ineens meer supporters hadden. Ik hoorde pas achteraf dat het tegen de spreekkoren was."[1]
- ▸ De datadiefstal vond plaats in januari en februari dit jaar. Er werd 614 gigabyte aan informatie gestolen over een operatie genaamd Sea Dragon, samen met data van de radiokamer van de onderzee-afdeling van de marine.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord radiokamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Stadionspeaker overstemt spreekkoren” (Zondag 7 november 2010, 18:35), NOS
- ↑ Weblink bron “Hackers Chinese overheid stalen data marine VS” (Vrijdag 8 juni 2018, 22:32), NOS