vluchtig
- vluch·tig
- In de betekenis van ‘vergankelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
- afgeleid van vlucht (stam van het werkwoord vluchten) met het achtervoegsel -ig [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vluchtig | vluchtiger | vluchtigst |
verbogen | vluchtige | vluchtigere | vluchtigste |
partitief | vluchtigs | vluchtigers | - |
vluchtig
- (natuurkunde) gemakkelijk in damp overgaand
- Bij deze temperaturen is zink een vrij vluchtige substantie.
- zonder al te veel aandacht voor alle details
- Bij een vluchtig onderzoek kwam dit al snel boven water.
- ▸ Ik wierp een vluchtige blik de afgrond in, prikte het handvat van mijn ijsbijl diep de sneeuw in en plaatste mijn voet voorzichtig in het eerste voetspoor.[4]
- [2] oppervlakkig
- [1] vluchtend
- [2] vergankelijk
2. zonder al te veel aandacht voor alle details
- Het woord vluchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vluchtig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vluchtig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vluchtig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ vluchtig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be