oppervlakkig
- Geluid: oppervlakkig (hulp, bestand)
- IPA: /ɔpər'vlɑkəx/
- op·per·vlak·kig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oppervlakkig | oppervlakkiger | oppervlakkigst |
verbogen | oppervlakkige | oppervlakkigere | oppervlakkigste |
partitief | oppervlakkigs | oppervlakkigers | - |
oppervlakkig
- niet diepgaand of niet grondig
- De leraar heeft dat moeilijke probleem slechts een oppervlakkige behandeling gegeven.
- ▸ De rednecks zijn agressief en gevaarlijk, anderen zijn juist weer oppervlakkig en overdreven vriendelijk in de supermarkt.[1]
- zich aan de oppervlakte bevindend
- Een oppervlakkige verwonding.
- (figuurlijk) niet snel blijk gevend van iets
- Hij is nu eenmaal een oppervlakkig mens.
- [1] terloops
1. niet diepgaand of niet grondig
2. zich aan de oppervlakte bevindend
- Het woord oppervlakkig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oppervlakkig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be