vergankelijk
- Geluid: vergankelijk (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈɣɑŋkələk/
- ver·gan·ke·lijk
- van Middelnederlands vergankelijc; op te vatten als afgeleid van vergang met het achtervoegsel -elijk, hierbij wordt voor het achtervoegsel een k hoorbaar doordat de ng-klank ooit is voortgekomen uit IPA /ŋɡ/ [1][2][3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vergankelijk | vergankelijker | vergankelijkst |
verbogen | vergankelijke | vergankelijkere | vergankelijkste |
partitief | vergankelijks | vergankelijkers | - |
vergankelijk
- niet blijvend, onderhevig aan verval
- Hun werk is vluchtig, vergankelijk, niets meer dan een momentopname. [4]
- Het woord vergankelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergankelijk" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ vergankelijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Booij, G."Stem allomorphy." (7 juni 2016) op website: Taalportaal.org; (Engels); geraadpleegd 2016-08-02
- ↑ De Bruyn, J.P."In en om de kunst. Beeldende kunst. Na P.P. Rubens: de emancipatie van de Vlaamse historieschilderkunst (II)" in: Vlaanderen. jrg. 57 nr. 319 (2008) Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt; p. 45; geraadpleegd 2016-08-25
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be