0 5 0 9
vijfhonderdnegen,
op een abacus
  • vijf·hon·derd·ne·gen

vijfhonderdnegen

  1. "509", het getal tussen vijfhonderdacht en vijfhonderdtien, vijfhonderd plus negen
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderdnegen euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdnegen van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdnegen" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderdnegen vijfhonderdnegens
verkleinwoord vijfhonderdnegentje vijfhonderdnegentjes

de vijfhonderdnegenv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 509 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderdnegen opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vijfhonderdnegenmv

  1. groep van 509 eenheden
    • Die vijfhonderdnegen kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.