uitheems
- uit·heems
- In de betekenis van ‘buitenlands’ voor het eerst aangetroffen in 1246 [1]
- samenstelling van uit en heem zn met het achtervoegsel -s [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | uitheems | uitheemser | uitheemst |
verbogen | uitheemse | uitheemsere | uitheemste |
partitief | uitheems | uitheemsers | - |
uitheems
- (biologie) van oorsprong ergens niet voorkomend
- Dat is een uitheems kruid in ons land.
1. van oorsprong ergens niet voorkomend
- Het woord uitheems staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitheems" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "uitheems" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ uitheems op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be