• uit·heems
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen uitheems uitheemser uitheemst
verbogen uitheemse uitheemsere uitheemste
partitief uitheems uitheemsers -

uitheems

  1. (biologie) van oorsprong ergens niet voorkomend
    • Dat is een uitheems kruid in ons land. 
93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]