exotisch
- exo·tisch
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitheems’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- met het voorvoegsel exo- en met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | exotisch | exotischer | |
verbogen | exotische | exotischere | |
partitief | exotisch | exotischers | - |
exotisch
- (biologie) vanuit verre vreemde landen, uitheems
- De mango is een exotische vrucht.
- ongewoon, bijzonder
- Dat meisje had een exotisch voorkomen.
1. vanuit verre vreemde landen
- Het woord exotisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "exotisch" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "exotisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ exotisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be