tweehonderdvier
0 | 2 | 0 | 4 |
tweehonderdvier,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdvier (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtˈfir / (4 lettergrepen)
- twee·hon·derd·vier
- samenstelling van tweehonderd ht en vier ht
tweehonderdvier
- "204", het getal tussen tweehonderddrie en tweehonderdvijf, tweehonderd plus vier
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdvier euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdvier van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdvier" ht als linkerdeel
1. het getal 204
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdvier | tweehonderdviers |
verkleinwoord | tweehonderdviertje | tweehonderdviertjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 204 is aangeduid
- Als jij tweehonderdvier opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de tweehonderdvier mv
- groep van 204 eenheden
- Die tweehonderdvier kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'tweehonderdvier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.