tweehonderddertien

       
0 2 1 3
tweehonderddertien,
op een abacus
  • twee·hon·derd·der·tien

tweehonderddertien

  1. "213", het getal tussen tweehonderdtwaalf en tweehonderdveertien, tweehonderd plus dertien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweehonderddertien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderddertien van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderddertien" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord tweehonderddertien tweehonderddertiens
verkleinwoord tweehonderddertientje tweehonderddertientjes

de tweehonderddertienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 213 is aangeduid
    • Als jij tweehonderddertien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de tweehonderddertienmv

  1. groep van 213 eenheden
    • Die tweehonderddertien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.