• tree
  • Samentrekking door elisie van d uit trede.
enkelvoud meervoud
naamwoord tree treeën
trees
verkleinwoord treetje treetjes

de treev / m

  1. opstapje dat deel uitmaakt van een trap
    • Nog maar een paar treetjes en we zijn er! 
  2. opstapje dat deel uitmaakt van een ladder
80 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • tree
  • Afkomstig van het Oudengelse woord "trēow".
enkelvoud meervoud
tree trees

tree

  1. (plantkunde) boom [1]
  • a stately tree
een statige boom