• tree
  • Samentrekking door elisie van d uit trede.
enkelvoud meervoud
naamwoord tree treeën
trees
verkleinwoord treetje treetjes

detreev/m

  1. opstapje dat deel uitmaakt van een trap
    • Nog maar een paar treetjes en we zijn er! 
  2. opstapje dat deel uitmaakt van een ladder
80 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be