• eert
  •  eer ww  met de uitgang -t
vervoeging van
eren

eert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eren
    • Jij eert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eren
    • Hij eert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van eren
    • Eert!