• toe·rus·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord toerusting toerustingen
verkleinwoord - -

de toerustingv

  1. (militair), (scheepvaart) de beschikbaar gestelde voer-, vlieg- of vaartuigen, bewapening, gereedschappen en hulpmiddelen, om een taak uit te voeren
    • Het was al laat in het seizoen, voor de toerusting van een ander schip, was geen tijd meer. 
  2. een term die in het christendom gebruikt wordt voor het zich eigen maken van het geloof