skok
- skok
- Afgeleid van het Proto-Slavische *skokъ
skok m
- skok
- Afgeleid van het Proto-Slavische *skokъ
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /skɔk/
- skok
- Afgeleid van het Proto-Slavische *skokъ
skok m
- sprong; de beweging van een lichaam
- «Je to malý krok pre človeka, ale veľký skok pre ľudstvo.»
- Het is een kleine stap voor een man, maar een grote sprong voor de mensheid.
- «Je to malý krok pre človeka, ale veľký skok pre ľudstvo.»
- (figuurlijk) sprong; een plotselinge verandering
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- skok
- Afgeleid van het Proto-Slavische *skokъ
- sprong; de beweging van een lichaam
- «Před skokem se rychle rozběhl.»
- Hij rende snel voor de sprong.
- «Před skokem se rychle rozběhl.»
- (figuurlijk) eventjes; een kort verblijf op een bepaalde plek
- «Mohu se u vás zastavit, ale jenom na skok.»
- Ik kan bij jullie langskomen, maar alleen eventjes.
- «Mohu se u vás zastavit, ale jenom na skok.»
- (figuurlijk) sprong; een plotselinge verandering
- (informatica) sprong; het vervolgen van het uitvoeren van instructies vanaf een andere adres
- «Příští týden nás opět čeká teplotní skok.»
- Volgende week wacht ons opnieuw een sprong in temperatuur.
- «Příští týden nás opět čeká teplotní skok.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | skok | skoky |
genitief | skoku | skoků |
datief | skoku | skokům |
accusatief | skok | skoky |
vocatief | skoku | skoky |
locatief | skoku | skocích |
instrumentalis | skokem | skoky |
|
|
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)