Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: censor
Toerentellen met een sensor.
  • sen·sor
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘apparaat dat reageert op natuurkundige omstandigheden’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
  • van Engels sensor [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sensor sensors
sensoren
verkleinwoord sensortje sensortjes

de sensorm

  1. (techniek) een onderdeel, een instrument dat wordt toegepast om een informatief signaal af te geven over één of meer technische grootheden (snelheid, temperatuur enz.)
    • De microprocessor krijgt de informatie uit de signalen die de sensors afgeven. 
     De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie wilde de raket afgelopen voorjaar voor het eerst lanceren, maar dat wordt nu op zijn vroegst in augustus. Er zijn dan nog geen astronauten aan boord, maar wel drie poppen met sensoren.[3]
     Een prothese, waar je ook mee kunt voelen. Dat lijkt misschien onmogelijk, maar Zwitserse en Italiaanse wetenschappers hebben een prothesehand ontwikkeld die door sensoren toch gevoel kan geven. De Deense Dennis mocht hem als eerste testen.[4]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. "sensor" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. sensor op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron “NASA is klaar met uitvoeren van tests met maanraket” (27 juni 2022), NU.nl
  4.   Weblink bron
    Donderdag 6 februari 2014, 22:11
    “Man voelt weer met bionische hand” (4 december 2023), NOS
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • sen·sor
  • afgeleid van sense met het achtervoegsel -or
enkelvoud meervoud
sensor sensors

sensor

  1. (techniek) sensor


  • sen·sor
enkelvoud meervoud
sensor sensores

sensor m

  1. (techniek) sensor