seksueel overdraagbare aandoening

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sek·su·eel over·draag·ba·re aan·doe·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord seksueel overdraagbare aandoening seksueel overdraagbare aandoeningen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de seksueel overdraagbare aandoeningv

  1. (medisch) infectieziekte die vooral wordt overgedragen door seksueel contact
    • Een seksueel overdraagbare aandoening kun je oplopen door onbeschermd te vrijen. [1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen