seksueel overdraagbare infectie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sek·su·eel over·draag·ba·re in·fec·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord seksueel overdraagbare infectie seksueel overdraagbare infecties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de seksueel overdraagbare infectiev

  1. (medisch) infectieziekte die vooral wordt overgedragen door seksueel contact
    • Uw klacht(en) zouden kunnen passen bij een seksueel overdraagbare infectie. Vindt u het goed dat ik u op soa nakijk? [2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen