pompelmoes
- Geluid: pompelmoes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɔmpəlˌmus / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈpɔmpəɫˌmus/, /ˈpɔmpɔɫˌmus/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈpɔmpəlˌmus/
- pom·pel·moes
- Leenwoord uit het Tamil, in de betekenis van ‘grapefruit’ voor het eerst aangetroffen in 1648 [1]
- samenstelling van pompel en moes [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pompelmoes | pompelmoezen |
verkleinwoord | pompelmoesje | pompelmoesjes |
- (plantkunde) Citrus maxima een tot tien meter hoge boom
- De grapefruit is een kruising tussen de pompelmoes en de sinaasappel.
- (fruit) een vrucht van deze boom
- De pompelmoes heeft een dikke schil, kan tot 30 cm in doorsnee worden en is duidelijk zuurder dan de grapefruit.
1. Citrus maxima: een tot tien meter hoge boom
2. een vrucht van deze boom
- Het woord pompelmoes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pompelmoes" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pompelmoes" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pompelmoes op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be