• po·ly·se·mie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verschijnsel dat een woord meerdere betekenissen heeft’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • afgeleid van polyseem (met het voorvoegsel poly-) met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord polysemie -
verkleinwoord - -

de polysemiev

  1. (taalkunde) het kunnen hebben van meerdere (verwante) betekenissen
    • Wie van jullie weet wat polysemie is? 
39 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[3]