Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·no·se·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord monosemie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de monosemiev

  1. (taalkunde) het hebben van niet meer dan één betekenis
    • Polysemie staat enerzijds tegenover monosemie en anderzijds tegenover homonymie. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid