pars
Niet te verwarren met: Pars |
- pars
- o: van Latijn pars, cognaat met part [1]
- m: van Gujarati પારસી (parsi) dat teruggaat op Perzisch پارس (pârs) "Perzië"
- mv: par met uitgang -s
- ww: verouderde uitspraak van "pers" [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pars | |
verkleinwoord |
het pars o
- door een bepaald persoon verzorgde deel van een tekst
- Merkwaardig genoeg wijkt de handgeschreven kopij voor deze bundel hier en daar van de gedrukte tekst af. Wat hier precies aan de hand is geweest en of Bilderdijk wel volledig verantwoordelijk is geweest voor zijn pars, is niet duidelijk. [3]
naar de vorm, ook ontleend aan het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pars | parsen |
verkleinwoord |
de pars m
- (religie) aanhanger van het zoroastrisme zoals dat door vluchtelingen uit Iran naar Guajarat in India is gebracht
- De geleerde moet met de eenvoudige en ongeletterde omgaan, de rijke met de arme, de blanke met de kleurling, de mysticus met de realist, de christen met de jood, de moslim met de pars en wel op een basis, die hen de lang gevestigde vooroordelen, welke feitelijk aanmatigingen zijn, doet prijsgeven. [4]
- Volgens spellingregel 16.J heet een aanhanger van het geloof "pars" met een kleine letter. Iemand die tot de gelijknamige bevolkingsgroep in India behoort, wordt als zijn geloofsovertuiging niet aan de orde is, Pars met een hoofdletter genoemd.
de pars mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord par
pars
- Het woord pars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pars" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[6] |
- [2] Parsi
- ↑ pars op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Hattum, M. van"Adriaan van Royen's ‘Otium’ met een vertaling door Piet Gerbrandy, gevolgd door Liberius Philomusus' bewerking ‘Buiten-Rust’ en Cornelis van Hoogeveen's & Willem Bilderdijk's bewerkingen ‘Landrust’" in: Het Bilderdijk-Museum. jrg. 30 (2013) Eon Pres, Amstelveen; p. 15; geraadpleegd 2019-03-05
- ↑ Esslemont, J.E.Bahá’u’lláh en het Nieuwe Tijdperk. Een inleiding over het Bahá’í-geloof 3e druk (2010) Bahá’í Uitgeverij Nederland, Den Haag; ISBN 9789070765514; p. 164; geraadpleegd 2019-03-05
- ↑ Roggeveen, A. (ed. E. den Braber)De verkrachte Belgica (2015, origineel 1669) op website: dbnl.org; p. 70 r. 1462/1463; geraadpleegd 2019-03-05
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
pars v
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | pars | partēs |
genitief | partis | partium |
datief | partī | partibus |
accusatief | partem | partēs |
vocatief | pars | partēs |
ablatief | parte | partibus |
- pars
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | pars | parslar |
genitief | parsın | parsların |
datief | parsa | parslara |
accusatief | parsı | parsları |
locatief | parsta | parslarda |
ablatief | parstan | parslardan |
pars