parallellepipedum

  • pa·ral·lel·le·pi·pe·dum
enkelvoud meervoud
naamwoord parallellepipedum parallellepipeda
parallellepipedums
verkleinwoord parallellepipedummetje parallellepipedummetjes

het parallellepipedumo

  1. (wiskunde) een driedimensionaal zesvlak, waarvan alle zijden bestaan uit parallelogrammen die paarsgewijs gelijk zijn
    • er liep een man op straat met een parallellepipedumvormig pak onder zijn arm