negenhonderdtwintig
0 | 9 | 2 | 0 |
negenhonderdtwintig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: negenhonderdtwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərˈtwɪntəx / (6 lettergrepen)
- ne·gen·hon·derd·twin·tig
- samenstelling van negenhonderd ht en twintig ht
negenhonderdtwintig
- "920", het getal tussen negenhonderdnegentien en negenhonderdeenentwintig, negenhonderd plus twintig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen negenhonderdtwintig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdtwintig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdtwintig" ht als linkerdeel
1. het getal 920
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | negenhonderdtwintig | negenhonderdtwintigs |
verkleinwoord | negenhonderdtwintigje | negenhonderdtwintigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 920 is aangeduid
- Als jij negenhonderdtwintig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de negenhonderdtwintig mv
- groep van 920 eenheden
- Die negenhonderdtwintig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'negenhonderdtwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.