negenhonderdtweeënvijftig

Nederlands

       
0 9 5 2
negenhonderdtweeënvijftig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·tweeën·vijf·tig, ne·gen·hon·derd·twee·en·vijf·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdtweeënvijftig

  1. "952", het getal tussen negenhonderdeenenvijftig en negenhonderddrieënvijftig, negenhonderd plus tweeënvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdtweeënvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdtweeënvijftig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdtweeënvijftig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdtweeënvijftig negenhonderdtweeënvijftigs
verkleinwoord negenhonderdtweeënvijftigje negenhonderdtweeënvijftigjes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdtweeënvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 952 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdtweeënvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

negenhonderdtweeënvijftig mv

  1. groep van 952 eenheden
    • Die negenhonderdtweeënvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid