Nederlands

       
0 9 0 2
negenhonderdtwee,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·twee
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdtwee

  1. "902", het getal tussen negenhonderdeen en negenhonderddrie, negenhonderd plus twee
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdtwee euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdtwee van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdtwee" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdtwee negenhonderdtwees
verkleinwoord negenhonderdtweetje negenhonderdtweetjes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdtweev / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 902 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdtwee opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

negenhonderdtwee mv

  1. groep van 902 eenheden
    • Die negenhonderdtwee kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid