Niet te verwarren met: NAFTA
  • naf·ta
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘petroleum’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord nafta -
verkleinwoord - -

de naftam

  1. (scheikunde) een mengsel van koolwaterstoffen dat ontstaat bij het destilleren van ruwe olie als condensaat bij temperaturen vanaf 70°C (lichte nafta, aantal koolstofatomen tot 5) en van circa 80 tot 150 graden Celsius (zware nafta, aantal koolstofatomen 5 tot 10)
49 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[4]


nafta v

  1. (scheikunde) olie, aardolie; een fossiele energiebron, mengsel van vloeibare koolwaterstoffen
  2. (scheikunde) kerosine, petroleum
  1. ropa v, ropa naftowa v, olej skalny
  2. kerozyna, nafta lotnicza


nafta v

  1. (scheikunde) diesel, dieselolie


  • naf·ta

nafta v

  1. (scheikunde) diesel, dieselolie
  2. (scheikunde) olie, aardolie; een fossiele energiebron, mengsel van vloeibare koolwaterstoffen
  1. motorová nafta v, (spreektaal) diesel
  2. ropa v, černé zlato o, (verouderd) petrolej, zemní olej
  1. palivo o