naft
- naft
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naft | |
verkleinwoord |
de naft m
- benzine
- Ach, meiske, iedereen hier in de buurt gebruikt dienen auto. Zoals een ouwe fiets, weet je wel. Mij maakt dat niet uit. Als ze hem maar niet pikken. En als ze er maar op tijd naft in doen. [1]
- Het woord naft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Luc Deflo, Spoorloos; ISBN 9460410510, Standaard Uitgeverij - Algemeen, 2009
- IPA: /naft/
- naft
naft
nafta v
- (scheikunde) petroleum, kerosine; een vrij zware fractie alkanen