• me·ga·byte
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘eenheid van 1.048.576 bytes’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1981 [1]
  • afgeleid van byte met het voorvoegsel mega-
enkelvoud meervoud
naamwoord megabyte megabytes
verkleinwoord megabyteje megabytejes

de megabytem

  1. (informatica) 1.000.000 bytes, oftewel 1.000 kilobyte, weergegeven met symbool MB
  2. (informatica) (verouderd) 1024² bytes, tegenwoordig mebibyte geheten, weergegeven met symbool MiB
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]


  • IPA: /mɛgabajt/
  • me·ga·byte
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord byte met het voorvoegsel mega-

megabyte monbezield

  1. (informatica) megabyte; 1.000.000 bytes
  2. (informatica)(spreektaal)(verouderd) megabyte; 1.048.576 bytes
  1. MB
  2. MiB, (spreektaal)(verouderd) MB
  1. mebibajt monbezield