mededelen
- me·de·de·len
- samenstelling van mede bw en delen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mededelen |
deelde mede |
medegedeeld |
zwak -d | volledig |
mededelen
- overgankelijk deelnemen, deel hebben
- ditransitief doen vernemen
- Dit hebben wij nooit medegedeeld gekregen.
- [1-2]: meedelen
1. deelnemen, deel hebben
|
2. doen vernemen
|
- Het woord mededelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mededelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be