notify
- Geluid: notify (VK) (hulp, bestand)
- IPA: /'nəʊtɪfaɪ/
- Bekend sinds eind 14e eeuw. Via Middelengels notifien van het Oudfranse notifier/notefiier.[1]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to notify |
he/she/it | notifies |
verleden tijd | notified |
voltooid deelwoord |
notified |
onvoltooid deelwoord |
notifying |
gebiedende wijs | notify |
notify
- overgankelijk informeren, inlichten, op de hoogte brengen
- overgankelijk bekendmaken, mededelen