berichten
- be·rich·ten
de berichten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bericht
- In de betekenis van ‘mededelen’ voor het eerst aangetroffen in 1200 [1]
- afgeleid van het Middelnederlandse richten met het voorvoegsel be- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
berichten |
berichtte |
bericht |
zwak -t | volledig |
berichten
- overgankelijk van nieuws voorzien over iets, ergens inlichtingen over krijgen
- De nabestaanden zullen vandaag bericht worden over de oorzaak van de ramp.
- De kranten berichten allemaal over dezelfde onderwerpen.
1. van nieuws voorzien over iets
- Het woord berichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "berichten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "berichten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ berichten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- be·rich·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
berichten |
berichtete |
berichtet |
volledig |
berichten