kokossuiker
- Geluid: kokossuiker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkokɔˌsœykər / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈko.kɔˌsœʏ̯.kər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈko.kɔˌsœː.kər/
- ko·kos·sui·ker
- samenstelling van kokos en suiker [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kokossuiker | kokossuikers |
verkleinwoord | - | - |
de kokossuiker m
- (voeding) door koken tot een bruine suiker ingedikte kokosmelk
- In sommige kringen heeft kokossuiker een beetje een reputatie als wondervoedsel, net als wel meer kokosproducten.
- kokosboom, kokosbrood, kokosgaren, kokoskoek, kokosmakron, kokosmakroon, kokosmat, kokosmelk, kokosnoot, kokosnotenboom, kokosolie, kokospalm, kokosvlees
1. door koken tot een bruine suiker ingedikte kokosmelk
- Het woord 'kokossuiker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.