kokosbrood
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kokosbrood (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkokɔsˌbrot / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈko.kɔsˌbrot/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈko.kɔsˌbrot/
Woordafbreking
- ko·kos·brood
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kokos en brood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kokosbrood | kokosbroden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het kokosbrood o
- (voeding) een soort broodbeleg bestaande uit plakjes gezoete kokos
- Volgens mij heeft hij áltijd kokosbrood op zijn boterhammen.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- kokosboom, kokosgaren, kokoskoek, kokosmakron, kokosmakroon, kokosmat, kokosmelk, kokosnoot, kokosnotenboom, kokosolie, kokospalm, kokossuiker, kokosvlees
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kokosbrood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.