kokosolie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kokosolie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkokɔsˌoli / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈko.kɔsˌo.li/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈko.kɔsˌo.li/
Woordafbreking
- ko·kos·olie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kokos en olie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kokosolie | kokosolies kokosoliën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) een soort plantaardige olie gewonnen uit kokosnoten
- Die pepertjes kan je lekker in de kokosolie meewokken.
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- kokosboom, kokosbrood, kokosgaren, kokoskoek, kokosmakron, kokosmakroon, kokosmat, kokosmelk, kokosnoot, kokosnotenboom, kokospalm, kokossuiker, kokosvlees
Vertalingen
1. een soort olie gewonnen uit kokosnoten
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kokosolie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.