kloot
- kloot
- van Middelnederlands cloot [1] [2] [3]
- [4] in de betekenis van ‘teelbal’ voor het eerst aangetroffen in 1550 [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kloot | kloten |
verkleinwoord | klootje | klootjes |
de kloot m
- voorwerp dat bestaat uit samengedrukt materiaal
- bolvormig voorwerp
- (anatomie) (vulgair) bolvormig mannelijke orgaan waar spermacellen worden gemaakt
- (persoon) (vulgair) vervelende kerel
[3],[4]
- Een aardige/goede kloot
Een goedaardige man, een goedzak
- ∗ Ze zeiden: 'Onze eigen zoon is een smeerlap, hij kijkt niet naar ons om, maar hij bent een goede kloot.'[5]
- Ge zijt een goeie kloot, maar ge moest onder een ezel hangen
Verwensing
- [2] aardkloot, bromkloot, schijfkloot, wakerkloot, wantkloot, windwijzerkloot
- [3] apenkloot,
- [4] droogkloot, dufkloot, dwazekloot, jammerkloot, zemelkloot
- [1] Klootwijk
- [2] klootoog, klootschieten, klootschieter, klootschieting
- [3] klote bn
- [3] klootzak, klotenbijter, klotenknijper, klotentrekker
- [4] kloothannesen, kloothommel, klootjavaan, klootspiraal, klootzak
vervoeging van |
---|
kloten |
kloot
- Het woord kloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kloot" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kloot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kloot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Marc Coenen“Humo sprak met Charles Bukowski: 'Mijn enige filosofie is dat iedereen moet schijten en na het schijten zijn kont moet afvegen'” (4 maart 2014), Humo
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be