kloothannesen
- Geluid: kloothannesen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklothɑnəsə(n) / (4 lettergrepen)
- kloot·han·ne·sen
- [werkwoord] afgeleid van kloothannes met het achtervoegsel -en, op te vatten als samenstelling van kloot zn en hannesen ww
- [zelfstandig naamwoord] kloothannes met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kloothannesen |
||
onvolledig |
kloothannesen
- (vulgair) vervelend doen, een onaangename taak verrichten, aanrommelen
- Sta toch niet zo te kloothannesen!
de kloothannesen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kloothannes
- Erg is dat niet, want mannen zijn toch al zo dominant aanwezig in onze taal, zelfs als je alle kloothommels, kloothannesen, klotenbibbers, klotenklappers en klootzakken buitensluit. [1]
- Het woord kloothannesen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Flauwekul! (7 juni 2004) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-06-08