kidnapper
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kidnapper (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɪtnɛpər / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkɪt.ˌnɛ.pər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɪt.ˌnɑ.pər/, /ˈkɪt.ˌnɛ.pər/
- (Limburg): /ˈkɪd.ˌnɑ.pər/
Woordafbreking
- kid·nap·per
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan het Engelse kidnapper
- Naamwoord van handeling van kidnappen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kidnapper | kidnappers |
verkleinwoord | kidnappertje | kidnappertjes |
Zelfstandig naamwoord
kidnapper m
- iemand die mensen kidnapt of ontvoert
- De kidnapper dreigde het kind te vermoorden als de politie zou optreden.
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iemand die mensen kidnapt of ontvoert
Gangbaarheid
- Het woord kidnapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kidnapper" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA:
- (Verenigd Koninkrijk) /ˈkɪd.næ.ˌpə/
- (Verenigde Staten) /ˈkɪd.næ.ˌpɚ/
Woordafbreking
- kid·nap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud |
---|---|
kidnapper | kidnappers |
Zelfstandig naamwoord
kidnapper
Antoniemen
Verwante begrippen
Frans
Uitspraak
- IPA: /ˌkid.na.ˈpe/
Woordafbreking
- kid·nap·per
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan het Engelse to kidnap ("ontvoeren").
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kidnapper /kidnape/ |
kidnappais /kidnapɛ/ |
kidnappé /kidnape/ |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
kidnapper
Synoniemen
Verwante begrippen
Noors
Woordafbreking
- kid·nap·per
Naar frequentie | 12002 |
---|
Werkwoord
kidnapper
- tegenwoordige tijd van kidnappe