kidnap
- kid·nap
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ontvoering’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1953 [1]
vervoeging van |
---|
kidnappen |
kidnap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kidnappen
- Ik kidnap.
- gebiedende wijs van kidnappen
- Kidnap!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kidnappen
- Kidnap je?
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kidnap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.