• jar·ní
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord jaro met het achtervoegsel -ní

jarní

  1. lente-; met betrekking tot de lente
  2. (astronomie) lente-; met betrekking tot het lentepunt
  3. (figuurlijk) jong, fris


  1. letní, podzimní, zimní