houwen
- hou·wen
- In de betekenis van ‘slaan, afhakken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1260 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
houwen |
hieuw |
gehouwen |
klasse 7 | volledig |
houwen
- inergatief iets met een scherp werktuig trachten af te hakken
- In de veldslag hieuwen de ridders met hun zwaarden in het rond.
- ▸ Buiten waren kreten en politiefluitjes te horen en het geluid van houwende machetes die ijzer of mensen raakten, er kwamen steeds meer politiefluitjes bij en in de verte was het geklepper van paardenhoeven te horen.[2]
- inergatief het laten ontstaan door houwen
- De beeldhouwer was in zijn atelier een waar kunstwerk aan het houwen.
- ▸ 'Daar stonden ze, helm aan helm, geweer aan geweer, als in steen gehouwen. Ik werd met trots vervuld dat ik het bevel mocht voeren over een handvol mannen die mogelijk in stukken konden worden gereten maar zich niet lieten overwinnen. Op dit soort momenten triomfeert de menselijke geest over de enorme kracht van de materie.[3]
1. iets met een scherp werktuig trachten af te hakken
de houwen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord houw
- Het woord houwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "houwen" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "houwen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be