kloppen
- klop·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kloppen |
klopte |
geklopt |
zwak -t | volledig |
kloppen
- inergatief hoorbaar tegen of op iets slaan
- Daar wordt op de deur geklopt.
- inergatief voel- of hoorbaar bewegen
- Zijn hart klopt.
- absoluut in orde zijn, correct zijn
- ▸ ‘Er staat bijvoorbeeld dat we failliet gaan’, zegt Atasoy. ‘Dat is aantoonbaar onjuist. We hebben de rechter ook laten zien dat het niet klopt. Dan moet dat toch uit het rapport geschrapt worden?’[3]
- ▸ "We weten uit onderzoek dat als mensen een bekende persoon iets horen zeggen wat ze totaal niet van hem of haar verwachten, dat mensen daardoor makkelijker deepfakes herkennen. Ze denken: dit kan niet kloppen."[4]
- overgankelijk door slaan in een bepaalde toestand brengen
- Slagroom kloppen.
- overgankelijk verslaan in een wedstrijd
- Hij werd in de tweede ronde geklopt.
1. tegen iets slaan
2. hoorbaar bewegen
3. in overeenstemming zijn
4. in toestand brengen
- ↑ "kloppen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kloppen op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant - ↑
Weblink bron “Nepvideo's van 'overgave' Poetin en Zelensky zijn weinig overtuigend” (28 juni 2022), NU.nl
- Het woord kloppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kloppen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be