• uit·hou·wen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uithouwen
hieuw uit
uitgehouwen
klasse 7 volledig

uithouwen

  1. overgankelijk uit steen uithakken
    • De beeldhouder hieuw een goed gelijkende buste uit uit graniet. 
89 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be