hooimaand
- hooi·maand
- In de betekenis van ‘juli’ voor het eerst aangetroffen in 1050 [1]
- uit Oudnederlands haymanoth en Middelnederlands hoiemaent; samenstelling van hooi en maand, omdat in deze tijd werd gehooid[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hooimaand | hooimaanden |
verkleinwoord | hooimaandje | hooimaandjes |
- zevende maand van het kalenderjaar
- Het woord hooimaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hooimaand" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hooimaand" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hooimaand op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Noel Chomel, M.; vert.: J.L. Schuer & A.H. WesterhofHuishoudelyk woordboek, Vervattende vele middelen om zyn goed te vermeerderen, en zyne gezondheid te behouden, Met verscheiden wisse en beproefde middelen (1743) S. Luchtmans/H. Uytwerf, Leiden/Amsterdam; p. 532; geraadpleegd 2015-06-21
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be