honderdeenenvijftig

Nederlands

       
0 1 5 1
honderdeenenvijftig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·een·en·vijf·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdeenenvijftig

  1. "151", het getal tussen honderdvijftig en honderdtweeënvijftig, honderd plus eenenvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdeenenvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdeenenvijftig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "honderdeenenvijftig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdeenenvijftig honderdeenenvijftigs
verkleinwoord honderdeenenvijftigje honderdeenenvijftigjes

Zelfstandig naamwoord

de honderdeenenvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 151 is aangeduid
    • Als jij honderdeenenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdeenenvijftig mv

  1. groep van 151 eenheden
    • Die honderdeenenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid