heling
- he·ling
- Naamwoord van handeling van helen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heling | helingen |
verkleinwoord |
- (medisch) het gezond worden of maken van iemand [3]
- Waarschijnlijk had hij op mijn openheid en spontaniteit gerekend. Misschien hoopte hij zelfs op een herkansing. Zijn leven was op een dood spoor beland, zijn kinderen waren uit huis, zijn vrouw leefde voor haar volkstuin. Hij miste de spanning van vroeger, zijn oude zelfbeeld lag aan scherven, en nu kwam hij naar mij voor heling. Maar ik zou hem niet helpen.[4]
- (juridisch) het verkopen van gestolen goederen zonder dat de verkoper ze zelf gestolen heeft [5]
- Een man en vrouw die een gestolen eeuwenoud beeld bij het veilinghuis Christie’s aanboden, zijn veroordeeld voor heling. De man kreeg een jaar gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk. De vrouw werd veroordeeld voor acht maanden celstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam maandag bepaald. De straf is hoger dan het Openbaar Ministerie had geëist. [6]
- [1] genezing, herstel, rehabilitatie, recuperatie
- [1] traumatisering
- [1] beterschap
1. het gezond worden of maken van iemand
2. het verkopen van gestolen goederen zonder dat de verkoper ze zelf gestolen heeft
- Het woord heling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heling" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Bok, Pauline deDe Jaagster 2014 ISBN 978-90-254-4091-6 pagina 246
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Belia Heilbron 29 mei 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be