driehonderddrieëndertig
0 | 3 | 3 | 3 |
driehonderddrieëndertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderddrieëndertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərˈdrijənˌdɛrtəx / (7 lettergrepen)
- drie·hon·derd·drieën·der·tig, drie·hon·derd·drie·en·der·tig
- samenstelling van driehonderd ht en drieëndertig ht
driehonderddrieëndertig
- "333", het getal tussen driehonderdtweeëndertig en driehonderdvierendertig, driehonderd plus drieëndertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen driehonderddrieëndertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderddrieëndertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "driehonderddrieëndertig" ht als linkerdeel
1. het getal 333
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | driehonderddrieëndertig | driehonderddrieëndertigs |
verkleinwoord | driehonderddrieëndertigje | driehonderddrieëndertigjes |
de driehonderddrieëndertig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 333 is aangeduid
- Als jij driehonderddrieëndertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de driehonderddrieëndertig mv
- groep van 333 eenheden
- Die driehonderddrieëndertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'driehonderddrieëndertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.