cola
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·la
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cola | cola's |
verkleinwoord | colaatje | colaatjes |
Zelfstandig naamwoord
de cola m
- (bloemplanten) een geslacht Cola dat bestaat uit meer dan honderd soorten bomen die voorkomen in tropisch en zuidelijk Afrika. Het enige bekende product is de kolanoot, die voornamelijk geleverd wordt door Cola acuminata
- (drinken) een uit kolanoten vervaardigde bruinkleurige drank met prik (frisdrank)
- Je doet mij veel meer plezier met een colaatje dan met een wijntje.
- ▸ Het water liep me spontaan in de mond als ik dacht aan een vanille milkshake en cola met ijs.[3]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- cola light, cola-automaat, cola-essence, cola-extract, cola-tic, colablik, colachampagne, coladisco, coladrank, colafles, colamarkt, colanoot, colaplant, colasmaak, colataks
Vertalingen
2. koolzuurhoudende frisdrank
Gangbaarheid
- Het woord cola staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cola" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "cola" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cola op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Portugees
Uitspraak
- IPA: /kɔlə/
Zelfstandig naamwoord
cola v
Spaans
enkelvoud | meervoud |
---|---|
cola | colas |
Zelfstandig naamwoord
cola m
Werkwoord
vervoeging van |
---|
colar |
cola