bries
- bries
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘koele wind’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
- v/m [1]: van Engels breeze of Frans brise[2][3]
- v/m [2]: van Hebreeuws בְּרִית (briet) "verbond" (Jiddisj)[4]
- v/m [3]: van Hebreeuws בְּרִית (briet) "besnijdenis", een verkorting van בְּרִית מִילָה (briet mila) "verbond tot besnijdenis" (Asjkenazisch Hebreeuws en Jiddisj)[5]
- o: van Hebreeuws בְּרִית (briet) "verbond" (Asjkenazisch Hebreeuws)[6]
[1] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bries | briezen |
verkleinwoord | briesje | briesjes |
[2, 3] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bries | briesen |
verkleinwoord |
- (meteorologie) zachte frisse wind
- Er was een heerlijk verkoelend briesje dat kwam van zee.
- ‘s Lands grootste doordeweekse wielertoertocht werd onder prima weersomstandigheden verreden, al stelde de stevige bries de conditie van menig deelnemer behoorlijk op de proef. [7]
- ▸ Het enige wat u moet weten, is dat de openslaande deuren naar het terras niet goed sluiten. In het geval dat er een stevige bries staat, zou ik u suggereren een stoel tegen de deuren aan te plaatsen.[8]
- ▸ Vanaf een uur of elf veranderde de frisse adem van de Middellandse Zee langzamerhand in een warme bries die eerder zweetdruppels dan verkoeling bracht.[9]
- (Jiddisch-Hebreeuws) verbond (Jiddisj) [10]
- (Jiddisch-Hebreeuws) besnijdenis [11]
- [1] avondbries, zeebries
- [3] Hebreeuws: briet
- [3] bries hamiele, bries miele, bries mieles
1. zachte frisse wind
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bries | briesen |
verkleinwoord |
het bries o
vervoeging van |
---|
briesen |
bries
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van briesen
- Ik bries.
- gebiedende wijs van briesen
- Bries!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van briesen
- Bries je?
- Het woord bries staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bries" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[12] |
- ↑ "bries" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bries op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Tubantia Wim Goorhuis 16-05-19 Hel van Twente met 'de wind vol op de kop'
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 17
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be