briesje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  briesje    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbriʃə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• bries·je

Zelfstandig naamwoord

het briesje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bries

Gangbaarheid

• Het woord briesje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "briesje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.